Bogotaanse
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Bogotaanse (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Bo·go·taan·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Bogotaanse | Bogotaansen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Bogotaanse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Bogota, of een vrouw afkomstig uit Bogota
Verwante begrippen
Demoniemen bij Bogota in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Bogotaan • inwoonster: Bogotaanse • bijvoeglijk: Bogotaans |
Bijvoeglijk naamwoord
Bogotaanse
- verbogen vorm van de stellende trap van Bogotaans
Gangbaarheid
- Het woord 'Bogotaanse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.