Blaricumse
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Blaricumse (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Bla·ri·cum·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Blaricumse | Blaricumsen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Blaricumse
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Blaricum, of iemand afkomstig hiervan
Verwante begrippen
Demoniemen bij Blaricum in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Blaricummer • inwoonster: Blaricumse • bijvoeglijk: Blaricums |
Bijvoeglijk naamwoord
Blaricumse
- verbogen vorm van de stellende trap van Blaricums
Gangbaarheid
- Het woord 'Blaricumse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.