Naar inhoud springen

vrijwaarde

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 7 mrt 2016 om 10:59 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrij·waar·de

Werkwoord

vervoeging van
vrijwaren

vrijwaarde

  1. enkelvoud verleden tijd van vrijwaren
    • Ik vrijwaarde. 
    • Jij vrijwaarde. 
    • Hij, zij, het vrijwaarde.