Naar inhoud springen

vorderde

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 7 mrt 2016 om 09:12 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • vor·der·de
vervoeging van
vorderen

vorderde

  1. enkelvoud verleden tijd van vorderen
    • Ik vorderde. 
    • Jij vorderde. 
    • Hij, zij, het vorderde.