Naar inhoud springen

uittestte

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 6 mrt 2016 om 00:51 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • uit·test·te
vervoeging van
uittesten

uittestte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uittesten
    • ... dat ik uittestte. 
    • ... dat jij uittestte. 
    • ... dat hij, zij, het uittestte.