Naar inhoud springen

uitslijt

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 6 mrt 2016 om 00:23 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • uit·slijt
vervoeging van
uitslijten

uitslijt

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslijten
    • ... dat ik uitslijt. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslijten
    • ... dat jij uitslijt. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslijten
    • ... dat hij uitslijt.