Naar inhoud springen

toerustte

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 5 mrt 2016 om 09:18 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·rust·te

Werkwoord

vervoeging van
toerusten

toerustte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toerusten
    • ... dat ik toerustte. 
    • ... dat jij toerustte. 
    • ... dat hij, zij, het toerustte.