Naar inhoud springen

sieperde

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 3 mrt 2016 om 09:38 (audio nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • sie·per·de
vervoeging van
sieperen

sieperde

  1. enkelvoud verleden tijd van sieperen
    • Ik sieperde. 
    • Jij sieperde. 
    • Hij, zij, het sieperde.