omhoogging
Uiterlijk
- Geluid: omhoogging (hulp, bestand)
- om·hoog·ging
vervoeging van |
---|
omhooggaan |
omhoogging
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omhooggaan
- ... dat ik omhoogging.
- ... dat jij omhoogging.
- ... dat hij, zij, het omhoogging.
- ... dat ik omhoogging.