neerknalden
- Geluid: neerknalden (hulp, bestand)
- neer·knal·den
vervoeging van |
---|
neerknallen |
neerknalden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van neerknallen
- ...dat wij neerknalden.
- ...dat jullie neerknalden.
- ...dat zij neerknalden.
- ...dat wij neerknalden.