Naar inhoud springen

leuterde

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 24 feb 2016 om 13:14 (audio nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leu·ter·de

Werkwoord

vervoeging van
leuteren

leuterde

  1. enkelvoud verleden tijd van leuteren
    • Ik leuterde. 
    • Jij leuterde. 
    • Hij, zij, het leuterde.