Naar inhoud springen

leegruimde

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 24 feb 2016 om 09:36 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leeg·ruim·de

Werkwoord

vervoeging van
leegruimen

leegruimde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van leegruimen
    • ... dat ik leegruimde. 
    • ... dat jij leegruimde. 
    • ... dat hij, zij, het leegruimde.