Naar inhoud springen

lazerde

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 24 feb 2016 om 06:08 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • la·zer·de
vervoeging van
lazeren

lazerde

  1. enkelvoud verleden tijd van lazeren
    • Ik lazerde. 
    • Jij lazerde. 
    • Hij, zij, het lazerde.