Naar inhoud springen

keilderde

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 22 feb 2016 om 17:22 (audio nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • keil·der·de
vervoeging van
keilderen

keilderde

  1. enkelvoud verleden tijd van keilderen
    • Ik keilderde. 
    • Jij keilderde. 
    • Hij, zij, het keilderde.