Naar inhoud springen

gebruikmaakten

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 18 feb 2016 om 01:14 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • ge·bruik·maak·ten
vervoeging van
gebruikmaken

gebruikmaakten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van gebruikmaken
    • ...dat wij gebruikmaakten. 
    • ...dat jullie gebruikmaakten. 
    • ...dat zij gebruikmaakten.