désarticulez
Uiterlijk
vervoeging van |
---|
désarticuler |
désarticulez
- tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van désarticuler
- tweede persoon meervoud gebiedende wijs (impératif présent) van désarticuler
vervoeging van |
---|
désarticuler |
désarticulez