demotiveerden
Uiterlijk
- de·mo·ti·veer·den
vervoeging van |
---|
demotiveren |
demotiveerden
- meervoud verleden tijd van demotiveren
- Wij demotiveerden.
- Jullie demotiveerden.
- Zij demotiveerden.
- Wij demotiveerden.
vervoeging van |
---|
demotiveren |
demotiveerden