Naar inhoud springen

coupeerde

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 15 feb 2016 om 01:01 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • cou·peer·de
vervoeging van
couperen

coupeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van couperen
    • Ik coupeerde. 
    • Jij coupeerde. 
    • Hij, zij, het coupeerde.