Naar inhoud springen

continueerde

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 14 feb 2016 om 22:47 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·ti·nu·eer·de

Werkwoord

vervoeging van
continueren

continueerde

  1. enkelvoud verleden tijd van continueren
    • Ik continueerde. 
    • Jij continueerde. 
    • Hij, zij, het continueerde.