Naar inhoud springen

afsnoot

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 9 feb 2016 om 21:49 (audio nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·snoot

Werkwoord

vervoeging van
afsnuiten

afsnoot

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afsnuiten
    • ... dat ik afsnoot. 
    • ... dat jij afsnoot. 
    • ... dat hij, zij, het afsnoot. 
Verwante begrippen