Naar inhoud springen

afbekten

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 9 feb 2016 om 17:35 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • af·bek·ten
vervoeging van
afbekken

afbekten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afbekken
    • ...dat wij afbekten. 
    • ...dat jullie afbekten. 
    • ...dat zij afbekten.