victimoloog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: victimoloog (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvɪktimoˈlox / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- vic·ti·mo·loog
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van victimologie met het achtervoegsel -loog in plaats van -logie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | victimoloog | victimologen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de victimoloog m
- (persoon) iemand die de problemen die slachtoffers van misdrijven ervaren, stelselmatig bestudeert
- ▸ Posttraumatische stress stoornis (PTSS) is beter te behandelen als het niet langer wordt beschouwd als een angststoornis, maar als een woedestoornis. Dat zei victimoloog Frans Willem Winkel dinsdag in een voorbeschouwing op zijn inaugurale rede aan de Universiteit van Tilburg.[1]
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van victimologe
- victimologie
Gangbaarheid
- Het woord 'victimoloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “PTSS beter te behandelen als woedestoornis” (9 oktober 2007) op nu.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -loog in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Persoon in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal