taalonderricht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- taal·on·der·richt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van taal zn en onderricht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taalonderricht | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het taalonderricht o
- (onderwijs) onderwijs in een taal
Synoniemen
Vertalingen
1. onderwijs in een taal
Gangbaarheid
- Het woord taalonderricht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “TaallesROC naar Bastion” (04-08-2008), Tubantia
- ↑ Weblink bron gom, jvde“‘Vlaamse kinderen lezen minder snel dan Nederlandse’” (03/03/2017), De Standaard