predicaatsnomen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  predicaatsnomen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pre·di·caats·no·men

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  predicaat  en  nomen  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	predicaatsnomen	predicaatsnomina
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het predicaatsnomen o

1. (grammatica) naamwoordelijk deel van het gezegde

Synoniemen

• naamwoordelijk deel van het gezegde

Hyponiemen

• predicaatsadjectief, predicaatssubstantief

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord predicaatsnomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.