pinker

Nederlands

pinker

Uitspraak

• Geluid:  pinker    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pin·ker

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pinker	pinkers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pinker m

1. knipperlicht op een motorvoertuig dat de richting aangeeft door te knipperen
2. oogwimper

Synoniemen

• richtingaanwijzer, richtingsaanwijzer, clignoteur, knipperlicht

Gangbaarheid

• Het woord pinker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pinker" herkend door:

29 %	van de Nederlanders;
70 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.