knipperlicht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- knip·per·licht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van knipper ww en licht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knipperlicht | knipperlichten |
verkleinwoord | knipperlichtje | knipperlichtjes |
Zelfstandig naamwoord
het knipperlicht o
- oranje knipperende lamp aan de zijkant van een voertuig, gebruikt om aan te geven dat men het voertuig naar rechts of links wil manouvreren
Verwante begrippen
- richtingaanwijzer, richting aangeven, hand uitsteken, lamp, licht, verlichting
- achterlicht, achteruitrijlamp, dimlicht, koplamp, mistlicht, remlicht, voorlicht
Vertalingen
1. oranje knipperende lamp aan de zijkant van een voertuig, gebruikt om aan te geven dat men het voertuig naar rechts of links wil manouvreren
Gangbaarheid
- Het woord knipperlicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knipperlicht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be