partijdig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- par·tij·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | partijdig | partijdiger | partijdigst |
verbogen | partijdige | partijdigere | partijdigste |
partitief | partijdigs | partijdigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
partijdig
- bij een bepaalde stelling of kant aansluiten , iemand of iets bevoordelen
- Die scheidsrechter is partijdig !
Antoniemen
Vertalingen
bij een bepaalde stelling of kant aansluiten
Gangbaarheid
- Het woord partijdig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "partijdig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be