onpartijdig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onpartijdig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·par·tij·dig

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van partijdig met het voorvoegsel on-

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	onpartijdig	onpartijdiger	onpartijdigst
verbogen	onpartijdige	onpartijdigere	onpartijdigste
partitief	onpartijdigs	onpartijdigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

onpartijdig

1. niet partijdig , niet bij een bepaalde stelling of kant aansluiten

Synoniemen

• neutraal

Vertalingen

    niet partijdig , niet bij een bepaalde stelling of kant aansluiten   

Engels: impartial (en), neutral (en) Grieks: αμερόληπτος (el)

Papiaments: imparsial

Antoniemen

• partijdig

Gangbaarheid

• Het woord onpartijdig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onpartijdig" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.