melaatse

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  melaatse    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• me·laat·se

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van melaats met het achtervoegsel -e

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	melaatse	melaatsen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de melaatse v / m

1. lijder aan lepra

Synoniemen

• lepralijder, leproos

Vertalingen

    1.   

Spaans: leproso (es) m

Bijvoeglijk naamwoord

melaatse

1. verbogen vorm van de stellende trap van melaats

Gangbaarheid

• Het woord melaatse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "melaatse" herkend door:

89 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.