matador

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  matador    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ma·ta·dor

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘stierenvechter’ voor het eerst aangetroffen in 1865

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	matador	matadors
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de matador m

1. (beroep) stierenvechter
2. de eerste onder de eersten

Synoniemen

• [1] espada, toreador, torero

Verwante begrippen

• [1] banderillero, picador

Vertalingen

    1. stierenvechter   

Engels: matador (en) toreador (en) bullfighter (en)

Gangbaarheid

• Het woord matador staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "matador" herkend door:

85 %	van de Nederlanders;
88 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.