kieuwen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kieuwen    (hulp, bestand)

1. vissenkop, 2. baarddraad, 3. neus, 4. kieuwen met kieuwspleet, 5. borstvin, 6. rugvin/vetvin, 7. staartvin, 8. zijlijn, 9. anaalvin, 10. ?, 11. buikvin/zijvin, 12. staartwortel.
Bek: bovenstandig, eindstandig, onderstandig.

Woordafbreking

• kieu·wen

Zelfstandig naamwoord

de kieuwen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kieuw

Gangbaarheid

• Het woord kieuwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kieuwen" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.