humaniteit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: humaniteit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hu·ma·ni·teit
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘menselijkheid’ voor het eerst aangetroffen in 1619 [1]
- afgeleid van humaan met het achtervoegsel -iteit [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | humaniteit | humaniteiten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord humaniteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "humaniteit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ humaniteit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).