cyclaam
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- cy·claam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cyclaam | cyclamen |
verkleinwoord | cyclaampje | cyclaampjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bloemplanten) een geslacht Cyclamen van vaste planten uit de sleutelbloemfamilie of volgens het APG II-systeem uit de familie Myrsinaceae . Cyclamen zijn knolgewassen, die weinig gelijkenis vertonen met andere sleutelbloemachtigen hoewel ze door de omgekeerde petalen op het twaalfgodenkruid (Dodecatheon meadia ) uit Noord-Amerika lijken
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord cyclaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cyclaam" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ cyclaam op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be