vaste plant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vaste plant (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɑstə plɑnt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- vas·te plant
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van vast en plant [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vaste plant | vaste planten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- kruidachtige (niet-houtige) zaadplant, die meer dan eenmaal tijdens zijn levensduur kan bloeien én langer dan twee jaar leeft
- ▸ Een andere plant die nu bloeit is heel was discreter, in feite weer wat al te discreet. In tegenstelling tot de nicotiana's heb ik er maar één van, maar daar is een goede reden voor: het is de duurste vaste plant die ik ooit gekocht heb.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Sarah Hart“Dot plant” (19 september 1992) op nrc.nl