afgelasting
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afgelasting (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·ge·las·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van afgelasten met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afgelasting | afgelastingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de afgelasting v
- het niet door laten gaan van een gebeurtenis
- Het slechte weer veroorzaakte een groot aantal afgelastingen in de eredivisie.
- ▸ Kweker heeft 300.000 gladiolen over door afgelasting Vierdaagse[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord afgelasting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Kweker heeft 300.000 gladiolen over door afgelasting Vierdaagse” (2 juni 2020), NOS