woordspelletje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: woordspelletje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwortspɛləcə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- woord·spel·le·tje
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het woordspelletje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord woordspel