wandelparkje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wandelparkje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɑndəlˌpɑrəkjə / (4 of 5 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈʋɑn.dəɫ.ˌpɑr.kjə/, /-dɔɫ-/
Woordafbreking
- wan·del·park·je
Zelfstandig naamwoord
het wandelparkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord wandelpark