vliegenpootjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlie·gen·poot·jes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de vliegenpootjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vliegenpoot
    • Dus u begrijpt mijn schrik toen ik gisteren een nieuw wit A 4-vel papier in mijn elektrische schrijfmachine draaide en aan de bovenkant van het papier dat onder de rol vandaan kroop, twee vliegenpootjes zaten vastgekleefd. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen