uientaartjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ui·en·taart·jes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de uientaartjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord uientaart
     Toen hij oktober vorig jaar in Brussel zijn vijfde Chocolat-Thé opende winkel annex tearoom aan een kerkpleintje in de gemeente Ukkel -, trok menig chocolade-adept daar de wenkbrauwen op bij het lezen van de menukaart: uientaartjes met chocola, ganzeleverpaté met chocola, broodjes geitenkaas zelfs met chocola.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 23 februari 2023 Weblink bron
    Caroline de Gruyter
    “Doet u mij maar een uientaartje met chocola!” (4 mei 2000) op nrc.nl op Wikipedia