traneloze
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tra·ne·lo·ze
Woordherkomst en -opbouw
- traneloos met de uitgang -e
Bijvoeglijk naamwoord
traneloze
- verbogen vorm van de stellende trap van traneloos
- Ik herinner me haar traneloze paniek heel goed [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'traneloze' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Kalogridis, J.De duivelse koningin (2010); ISBN 9021803755; hfst. 23; geraadpleegd 2016-04-20