tombeur
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
tombeur m
- (spreektaal) veroveraar, winnaar
- «On l'attendait. Spontanément, tout le monde se lève à son entrée et applaudit à tout rompre le tombeur d'Eddy Merckx. De part et d'autre, l'émotion est immense.»
- We hadden hem verwacht. Iedereen staat spontaan op bij zijn aankomst en klapt keihard voor de grote winnaar Eddy Merckx. Van alle kanten is de ontlading immens. [1]
- «On l'attendait. Spontanément, tout le monde se lève à son entrée et applaudit à tout rompre le tombeur d'Eddy Merckx. De part et d'autre, l'émotion est immense.»
- (spreektaal) hartendief, casanova, ladykiller [2]
Synoniemen
Verwijzingen
- ↑ Yves Jean, Les Victoires de Poulidor, ed. Arthaud, 2013, hoofdstuk. 12.
- ↑ Wouw, Berry van de, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 202