tiden
Deens
Woordafbreking
- ti·den
Zelfstandig naamwoord
tiden, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van tid
Noors
Woordafbreking
- ti·den
Naar frequentie | 267 |
---|
Zelfstandig naamwoord
tiden, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van tid
tiden, g
Naar frequentie | 267 |
---|
tiden, m