supermooi

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • su·per·mooi
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen supermooi
verbogen supermooie
partitief supermoois

Bijvoeglijk naamwoord

supermooi

  1. heel erg aantrekkelijk
    • Het niet hoeven spelen van interlands brengt in elk geval voordelen mee voor Robben, die vandaag met zijn zoontje meedeed aan de 4 Mijl in Groningen. "Ik heb er de laatste jaren een paar keer naar kunnen kijken, maar soms ook niet omdat ik nog interlands speelde. Het is een supermooi evenement. Er is niets mooiers dan als vader met je zoontje meelopen." [1] 
    • De familie Van den Boogaart gaat vanmorgen vroeg de deur uit om te kijken of hun geplande boottrip vandaag door gaat. Morgen vliegen ze, volgens planning, naar huis. Roorda kijkt ook alweer vooruit. "Het is vandaag nog supermooi weer. We hebben het thuisfront al gesproken en we gaan nog even genieten van de Griekse gastvrijheid." [2] 

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen