moederzwijnen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moe·der·zwij·nen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de moederzwijnenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord moederzwijn
     We ontmoetten nog twee moederzwijnen met vier springerige zwijntjes m hun kielzog, die haastig op weg waren naar een onbekende bestemming, terwijl op gindse heuvel achter hen een stoet herten luisterend halt hield tussen de bomen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 16 maart 2022 Weblink bron
    Jeanne Roos
    Dichtbij: de hei was en is zo paars! in: Het Parool op Wikipedia (1 september 1977), p. 13 kol. 2/3