meelkisten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • meel·kis·ten
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de meelkistenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord meelkist
     Zijn meelkisten, altijd blinkend wit geschuurd, waren op de deksels rood bevlekt en toen hij ook binnenin smeuren en vegen zag, balde hij de vuisten, die vrouwen hoorden hem woorden zeggen die zij van Jasper niet hadden verwacht. Hij moest wel vloeken, want als zijn meel bedorven werd was het schade voor al de mensen van Affeghem.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 10 april 2023 Weblink bron “Verzameld werk. Deel 8. : De pleiziervaart” (1978), Meulenhoff Nederland, Amsterdam, ISBN 9029008261, p. 187