manteldiertje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • man·tel·dier·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het manteldiertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord manteldier
     En in ‘Verlovingstijd’ wordt van iemand gezegd dat hij ‘zo toondoof als een manteldiertje’ is.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron Een goudmijn voor woordenaars : De taal van Maarten 't Hart in: Onze Taal., jrg. 83 nr. 11 (november 2014), Genootschap Onze Taal, Den Haag, p. 308