maïslanden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maïslanden (hulp, bestand)
- IPA: /ˈmɑɪslɑndə(n)/
Woordafbreking
- maïs·lan·den, ma·is·lan·den
Woordherkomst en -opbouw
- maïsland met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de maïslanden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord maïsland
Synoniemen
- maislanden (andere uitspraak)[1]