levenslange

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·lan·ge

Bijvoeglijk naamwoord

levenslange

  1. verbogen vorm van de stellende trap van levenslang
     En ze had tenslotte een levenslange opleiding gehad als het ging om alle gerechten die in betere restaurants werden geserveerd (en daarbij nog heel wat Noorse, voegde ze er lachend aan toe) en hetzelfde gold voor de wijnen, de wijnkelder in Villa Bellevue was altijd meer dan goed voorzien geweest.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044632767