isabelberen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: isabelberen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- isa·bel·be·ren
Zelfstandig naamwoord
de isabelberen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord isabelbeer
Gangbaarheid
- Het woord 'isabelberen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.