indehaveren
Deens
Woordafbreking
- in·de·ha·ve·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel inde-
Naar frequentie | 47302 |
---|
Zelfstandig naamwoord
indehaveren, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van indehaver
Naar frequentie | 47302 |
---|
indehaveren, g